Baren is omarmen en loslaten

Baringspijn is een intense pijn die lastig te omschrijven is;

  • De pijn is niet steeds even erg. In het begin minder, wanneer de bevalling vordert neemt de pijn toe.
  • Er zijn buik- rug- en soms ook beenweeën. Vaak worden rugweeën als het meest pijnlijk ervaren.
  • De pijn komt in golven. Tussen de weeën door is de pijn minder erg of weg.

Ontspannen tijdens de bevalling

Hoe beter je je kan ontspannen tijdens de bevalling hoe meer pijnstillende hormonen (endorfinen) je lichaam aanmaakt en hoe gemakkelijker de geboorte zal verlopen. Er is veel dat je kan helpen te ontspannen;

  • Warmte door middel van een prettige omgevingstemperatuur maar ook een douche of bad
  • Massage
  • Wisselen van houdingen
  • Ontspannende muziek,
  • Gedimd licht
  • Focus op je ademhaling
  • Goede steun / coaching
  • Bij rugweeën; Geboorte TENS (Deze hebben we te leen voor je!) of steriel water injecties

Al deze methoden zullen je zeker geen pijnloze bevalling bezorgen, maar kunnen wel enige verlichting bieden en je helpen met de pijn om te gaan.

Pijnmedicatie

Indien deze methoden niet voldoende voor je werken, is het mogelijk te kiezen voor pijnmedicatie. Hiervoor moet je naar het ziekenhuis. In het ziekenhuis heb je de keuze uit remifentanyl, ruggenprik (epiduraal).

Remifentanil

Remifentanil is een soort morfine. Wanneer je remifentanil wilt is het belangrijk om eerst de conditie van je kindje in kaart te brengen. Dit doet ment door het maken van een hartfilmpje (CTG). Dat duurt ongeveer een half uur. Als het CTG goed is, kan je het medicijn toegediend krijgen. De verloskundige draagt de zorg dan over aan de gynaecoloog die je bevalling verder zal begeleiden. Je krijgt Remifentanil via een infuus dat verbonden is met een pompje. Middels dit pompje kan je jezelf, met behulp van een drukknop, steeds een beetje toedienen. Het pompje is zo ingesteld dat je jezelf nooit teveel kunt geven. Remifentanil is vooral geschikt als je maar een paar uur pijnstilling nodig hebt. Het neemt niet alle pijn weg, maar geeft wel aanzienlijke verlichting en ontspanning. Van Remifentanil worden jij en je baby wat suf/slaperig. Daarom krijg je een zuurstofmetertje om je vinger en om de 15 min wordt je bloeddruk en pols gemeten. Mochten de zuurstofwaardes verlaagt zijn dan kan het zijn dat je wat extra zuurstof krijgt. Voordeel van remifentanil is dat het middel op de verloskamer gegeven kan worden, dat het snel inwerkt en ook snel uitwerkt. Wanneer je weer alert wilt zijn, als je gaat persen, wordt het infuus gestopt.

Ruggenprik (epiduraal)

Wanneer de arts verwacht dat het langer dan een paar uur duurt voordat je mag persen dan is een ruggenprik vaak de beste oplossing. In 95% van de gevallen ervaren vrouwen zeer goede pijnbestrijding bij een ruggenprik.

Net als bij remifentanil overlegt de verloskundige met de arts op de verloskamers om dit voor je te regelen en wordt de conditie van het kindje van tevoren beoordeeld met behulp van een hartfilmpje (CTG). Het maken van dit CTG duurt ongeveer een half uur. Als het CTG goed is, overlegt de gynaecoloog met de anesthesist voor de plaatsing van de ruggenprik. De verloskundige draagt de zorg dan over aan de gynaecoloog die je bevalling verder zal begeleiden. Ter voorbereiding op de ruggenprik wordt een infuus met vocht, een CTG en een bloeddrukmeter aangesloten.
De anesthesist zal, op de verkoeverkamer, een dun slangetje tussen de ruggenwervels door in de ruimte van de zenuwbanen brengen. Via dit slangetje wordt verdovingsvloeistof ingespoten. Meestal merk je dan binnen 15 minuten het verdovende effect. Wanneer de ruggenprik goed zit mag je na enige tijd terug naar de verloskamer. Op de verloskamer krijg je nog een slangetje in de blaas (katheter) omdat je door de verdoving niet uit bed kunt. De ruggenprik heeft nog een aantal mogelijke bijwerkingen/gevolgen;

  • De weeën worden vaak minder waardoor je een infuus met (weeënopwekkers) oxytocine nodig hebt
  • Soms krijg je (lichte) koorts waarvoor antibiotica gegeven wordt wanneer men denkt aan een infectie. Omdat dit ook geldt voor de baby wordt hij/zij na de geboorte een week opgenomen op de couveuseafdeling voor behandeling met antibiotica
  • De bevalling, vooral het persen, duurt langer. Daardoor heb je meer kans op een bevalling met een zuignap of vacuümpomp
  • Bij 1 % van de vrouwen met een ruggenprik kan hoofdpijn optreden. Dit herstelt bijna altijd vanzelf
  • Er bestaan zeer zeldzame complicaties als ademhalingsmoeilijkheden en zenuwschade
  • Soms werkt een ruggenprik maar aan één kant
  • Extreem overgewicht maakt het geven van een ruggenprik moeilijker
  • Afwijkingen aan de wervelkolom kunnen een probleem vormen bij het inbrengen