22weken prik

Kinkhoest is een vervelende ziekte. En voor baby’s is het zelfs gevaarlijk. Eind 2015 heeft de Gezondheidsraad het advies uitgebracht om zwangere vrouwen in hun zwangerschap een inenting tegen kinkhoest aan te bieden.

Na een kinkhoestvaccinatie maakt het lichaam zelf antistoffen aan tegen kinkhoest. Deze antistoffen beschermen het lichaam tegen kinkhoest. Bij een zwangere vrouw gaan deze antistoffen via de placenta ook naar het kindje. Het kindje heeft dan al bij de geboorte antistoffen tegen kinkhoest en is de eerste maanden van het leven beschermd tegen kinkhoest.

Vrouwen die in het verleden kinkhoest hebben doorgemaakt of die door vaccinatie kinkhoest antistoffen hebben opgebouwd, hebben na een jaar nog voldoende antistoffen om zichzelf te beschermen tegen kinkhoest, maar naar enkele jaren niet meer. Je kunt dus gewoon kinkhoest krijgen als volwassene. Je hebt dus ook niet meer voldoende antistoffen op volwassenleeftijd om tijdens je zwangerschap middels het doorgeven van antistoffen via de placenta je kindje te beschermen. Daarom is het belangrijk om tijdens de zwangerschap nogmaals gevaccineerd te worden tegen kinkhoest. Alleen dan zijn er voldoende antistoffen om de pasgeboren baby bescherming te geven in de periode waarin de ziekte het meest ernstig verloopt.

De hoeveelheid antistoffen die het lichaam aanmaakt, is ongeveer twee weken na inenting het hoogst en neemt daarna langzaam af. Om ervoor te zorgen dat de hoeveelheid antistoffen die naar het kindje gaan zo hoog mogelijk is, is het belangrijk om tijdens de zwangerschap te vaccineren.

Naast het doorgeven van antistoffen aan de ongeboren baby (maternale antistoffen), zorgt een kinkhoestvaccinatie er ook voor dat de zwangere zelf geen kinkhoest krijgt. Zij kan na de bevalling dus ook niet haar pasgeboren baby besmetten met kinkhoest. Omdat we nooit met zekerheid vooraf weten bij welke termijn de geboorte zich zal aandienen raden we aan de kinkhoestvaccinatie te nemen rond 22 weken zwangerschap.

De vaccinatie wordt gegeven door een jeugdverpleegkundige  op een consultatiebureau in jouw regio.
Je kunt zelf een afspraak inplannen op een bureau bij jou in de buurt via  de website van het RIVM.

De kinkhoestvaccinatie is onderdeel van het rijksvaccinatieprogramma en wordt vergoedt vanuit de rijksbegroting.

De griepprik

Ben je tussen 15 oktober en 1 maart 22 weken of langer zwanger? Dan mag je de griepprik halen bij het consultatiebureau.
Pasgeboren baby’s hebben een hoger risico op ernstige gevolgen van griep, zoals een ziekenhuisopname. Als de moeder tijdens de zwangerschap de griepprik krijgt heeft de baby direct vanaf de geboorte minder kans om griep te krijgen. Voor de zwangere vrouw zelf is de griepprik ook zinvol. Zwangere vrouwen met griep worden namelijk vaker opgenomen in het ziekenhuis dan vrouwen met griep van dezelfde leeftijd die niet zwanger zijn. De griepprik is veilig voor de baby en de zwangere vrouw.

De vaccinatie wordt gegeven door een jeugdverpleegkundige  op een consultatiebureau in jouw regio. Je kunt zelf een afspraak inplannen op een consultatie bureau bij jou in de buurt via  de website van het RIVM.

De griepvaccinatie wordt vergoedt vanuit de rijksbegroting.

Coronaprik

Alle zwangeren kunnen zich laten vaccineren tegen het coronavirus als de laatste coronaprik 6 maanden of langer geleden is. De kans om ernstig ziek te worden door corona is groter tijdens de zwangerschap. Vaccinatie maakt deze kans kleiner. Vaccinatie met een mRNA-vaccin is veilig en effectief, ook tijdens de zwangerschap. Het is daarom belangrijk dat zwangeren zich laten vaccineren. Een coronaprik met een mRNA-vaccin vlak voor, tijdens of vlak na de zwangerschap is veilig voor zowel moeder als kind. Het RIVM adviseert om de vaccinatie te nemen tussen 13 en 26 weken zwangerschap.

Voor vragen over vaccineren kun je ook terecht bij je verloskundige.